Arthur van Doren: “Het tweede elftal is prima om te wennen aan seniorenvoetbal”

Zondag 07 april 2019

,,Ik mis het voetbal nog elke dag”, verzucht Arthur van Doren bij het begin van ons gesprek. De voormalige middenvelder van SO Soest 1 is tegenwoordig de assistent-trainer van SO Soest 2. Blessures waren de oorzaak van het voortijdig staken van zijn actieve voetbalcarrière. Maar in het trainen van de talentvolle spelers van het tweede elftal kan Arthur zijn ei kwijt. ,,Het is mooi om met de groepsdynamiek bezig te zijn.”

Een paar jaar geleden stond jij in de basis van het eerste elftal. Het is hard gegaan? ,,Door blessures was het niet meer verantwoord om te blijven voetballen. Gezondheid is dan belangrijker. Natuurlijk ben ik relatief jong om nu al seniorentrainer te zijn. Ik ben slechts 28 lentes jong. Maar het is wel hartstikke leuk om dit te doen. Zo maak ik deel uit van de groep en beleef ik de groepsdynamiek. Bas Dreef haalde mij twee jaar geleden bij het tweede. Ik was redelijk bleu op trainersgebied maar ik heb veel geleerd van Bas, zijn vader Hans en van Gerdo Kuenen, die toen assistent was. Omdat Gerdo op zondag in het derde voetbalde ging ik met het team mee.”

Op zondag en op de trainingsdagen moet jij opeens leiding gaan geven aan spelers met wie je gevoetbald hebt. Hoe vind je dat? ,,Het ligt niet in mijn aard om het directeurtje te spelen. Met onder meer Tim Wildenburg, Glenn de Rooy en Simon van der Leeden heb ik gevoetbald. Zij geven het goede voorbeeld door jonge jongens op scherp te zetten. Zij helpen mij daarin. Ja, misschien komt er ooit een moment dat ik moet doorselecteren en juist deze mannen moet passeren. Maar wanneer je met goede argumenten komt  zal dat geen probleem voor ze zijn. Daar hoeft onze vriendschap niet onder te lijden. Gelukkig is dat moment voorlopig nog niet aan de orde.”

Het tweede staat op kop en maakt goede kansen op het kampioenschap en promotie naar de hoofdklasse. Wat is de verklaring van jullie succes? ,,Dat succes heeft meerdere factoren. Onder Bas Dreef is een weg ingeslagen en is het tweede het voorportaal van het eerste elftal geworden. Met goede middenvelders konden we 4-4-2 spelen en met spelers als Ingvar Kok, Thijn Horvers en Olav Kuus konden we dat perfectioneren. Dave van Leijenhorst, de huidige trainer, wilde aanvallender spelen. Hij wint liever met 6-5 dan met 1-0. Die aanvallende speelstijl pakte met deze groep niet goed uit. Na een kwart seizoen gingen we weer terug naar 4-4-2. Van daaruit zijn we verder ons spel gaan ontwikkelen en de diepte gaan zoeken. Zoals Dave terecht zegt: ,een breedtebal naar voren is ook een dieptebal’. De resultaten zijn uitstekend en we moeten gewoon kampioen worden. Daar gaan we alles aan doen.”

Dat zou mooi zijn. Zo wordt de overgang voor jeugdige spelers naar het eerste elftal nog eenvoudiger. ,,Dat wil ik niet direct zeggen. De stap vanuit de jeugd naar het eerste is bijvoorbeeld nog erg groot. Het tweede elftal is prima om te wennen aan het seniorenvoetbal. Wouter de Zoete, Nico Safarov en Niels van der Plaats hebben toch 2, 3 jaar nodig gehad om de stap naar het eerste te maken. Iemand als Maarten Jan Belt die zo vanuit de jeugd in het eerste staat is een uitzondering. Natuurlijk helpt het wel wanneer wij met het tweede in de hoofdklasse spelen. In een hoge klasse kan je voetbalgogme bijbrengen en kunnen jongens op een gegeven moment in het eerste meekomen.”

Je gaat de cursus UEFA-C volgen en je hebt de ambitie om ooit de eerste trainer van het tweede te zijn. Gaat de ambitie nog verder? Hoofdtrainer van SO Soest bijvoorbeeld? ,,Dat is voorlopig niet aan de orde. Natuurlijk zou dat wel leuk zijn, maar ik richt mij nu op het tweede elftal. Ik kijk wel hoe het de komende jaren loopt. Ik sluit niks uit.”

Tekst: Peter Beijer

Delen op sociale media

FacebookTweetLinkedInPinterestE-mail